10-04-2015

Nieuwbouwinstallatie: waar moet u op letten?

Er gaat nog veel mis tijdens het ontwerpen, aanleggen en opleveren van nieuwbouwinstallaties. Hydroscope zette de belangrijkste zaken voor u op een rijtje.

 

 

Watertotaalbeheer op een tablet

Wetgeving

De basis is te herleiden naar het Bouwbesluit. Hierin staat dat een drinkwaterinstallatie conform NEN 1006 moet worden aangelegd en beheerd. Verder wordt vanuit het Drinkwaterbesluit opgelegd dat prioritaire instellingen over een legionellarisicoanalyse en –beheersplan moeten beschikken. Een andere belangrijke leidraad is het contract tussen de opdrachtgever en aannemer. Hierin worden vaak de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV 2011) van toepassing verklaard.

Ontwerpfase

De meest basale en kostbare fouten worden al in de ontwerpfase gemaakt. Een drinkwaterinstallatie moet dusdanig ontworpen zijn dat er voldoende verbruik is op de tappunten en er geen ongewenste opwarming plaatsvindt. Een architect houdt vaak onvoldoende rekening met mogelijke opwarming door zonlicht en strategische positionering van tappunten. Daarnaast zien we dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van vloerverwarming, waardoor er extra risico op hotspots ontstaat. Om fouten te voorkomen is het raadzaam de tekeningen al in de ontwerpfase aan een adviseur voor te leggen.

Tijdens de bouw

Vanuit de UAV heeft de opdrachtgever de verplichting om tijdens het bouwproces toezicht te houden. Daartegenover staat dat de aannemer op kritische momenten de opdrachtgever in de gelegenheid moet stellen om te inspecteren, zoals vóór het visueel wegwerken van de leidingen. In de praktijk gebeurt het vaak dat installatie-adviseurs opdracht krijgen vanuit de aannemer of installateur om de installatie tussentijds op NEN 1006-eisen te controleren. Dit terwijl deze verantwoording bij de opdrachtgever ligt.

Uitvoeren legionellarisicoanalyse en –beheersplan

In de UAV (§10) wordt geëist dat een installatie inclusief bedienings- en onderhoudsvoorschriften wordt opgeleverd. Steeds meer opdrachtgevers vragen daarom om de installatie inclusief een legionellabeheersplan op te leveren. Hierbij moet opgemerkt worden dat een goede legionellarisicoanalyse en –beheersplan pas gemaakt kan worden op basis van het praktijkgebruik van de installatie. Het is daarom aan te bevelen om de legionellarisicoanalyse en het –beheersplan binnen drie maanden na oplevering op te stellen in plaats van vóór de oplevering.

Oplevering

De UAV §8a stelt dat er bij oplevering een beproeving moet plaatsvinden. De aannemer moet binnen vijf dagen na de beproeving een rapport opleveren. Als adviseur krijgen wij vaak de vraag om een legionellaveiligverklaring. Dit wordt meestal verward met een legionellarisicoanalyse en beheersplan. Bij oplevering moet de installatie aan de NEN 1006-eisen voldoen. Het is raadzaam om een adviseur hierop te laten controleren en ruimte in te calculeren om verbeterpunten vóór de oplevering op te pakken.

Als garantie voor een legionellavrije oplevering worden meestal legionella- en bacteriologische monsters genomen. Een legionellamonster moet acht tot tien dagen op kweek staan. Geef de monsterneming daarom tijdig in opdracht. Vóór het nemen van de monsters is het raadzaam de installatie grondig door te spoelen.

Garantie

De aannemer is tot vijf jaar na de oplevering aansprakelijk voor installatiegebreken. Voor de opdrachtgever is het daarom raadzaam om na viereneenhalf jaar de installatie nog eens grondig te laten inspecteren.

 

 

Wij maken gebruik van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op de website zijn ingesteld om de beste ervaring te bieden. Wij gebruiken alleen functionele cookies en cookies om onze websitestatistieken (Google Analytics) bij te houden. Wij gebruiken geen tracking cookies.

Sluiten