U bent verantwoordelijk voor een goede aanleg en beheer van uw drinkwaterinstallatie. Die installatie staat immers in contact met het openbare waterleidingnet. Zo bestaat het gevaar dat een verontreiniging vanuit een aangesloten apparaat uw leidingnet en uiteindelijk het openbare waterleidingnet instroomt. Een toestelbeveiliging, ook wel keerklep of terugstroombeveiliging genoemd, moet dit voorkomen.
Toestelbeveiligingen
Afhankelijk van het verontreinigingsrisico wordt het type toestelbeveiliging bepaald. Waterwerkblad 3.8 beschrijft de verontreinigingsrisico’s en toestelbeveiligingen. De risico’s zijn ingedeeld in vloeistofklasse 1 “water bedoeld voor menselijke consumptie” tot en met klasse 4 en 5 “vloeibare stof die een gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid”. Het type toestelbeveiliging wordt met twee letters aangeduid, zoals CA of EB. Het werkblad beschrijft in welke situatie een bepaald type toestelbeveiliging ingezet moet worden. Drinkwaterbedrijf Oasen heeft de meest voorkomende toestellen beschreven.
Controle op een juiste werking van de toestelbeveiligingen
Volgens Waterwerkblad 1.4G artikel 4 moet u uw keerkleppen jaarlijks op werking contoleren. Artikel 18 beschrijft hoe u dit moet doen.
Steekproefcontrole op toestelbeveiligingen
Op 1 februari 2012 is een wijziging in Waterwerkblad 1.4G gepubliceerd, waarin beschreven staat dat het toegestaan is om steekproefsgewijs de beveiligingen te controleren.
Om de zogenaamde AQL-steekproefmethode toe te mogen passen, moet u wel aan een aantal voorwaarden voldoen:
- De AQL-steekproefmethodiek kan toegepast worden indien er in de drinkwaterinstallatie in totaal meer dan 50 controleerbare keerkleppen aanwezig zijn.
- De locatie van alle geïnstalleerde keerkleppen moet op een tekening aangegeven zijn en op het overzicht moeten de toestellen zijn vermeld.
- Mocht uit de steekproef blijken dat er een aantal toestelbeveiligingen defect zijn, moeten alsnog alle beveiligingen gecontroleerd worden.
Hieronder staat beschreven wat de steekproefgrootte is.
Partijgrootte | Steekproefgrootte | Maximaal toelaatbaar defect |
16-150 | 13 | 0 |
151-500 | 50 | 1 |
501-1200 | 80 | 2 |
1201-3200 | 125 | 3 |
Volgens de toelichting op steekproefsgewijze controle conform WB 1.4G art.18.7. dienen de keerkleppen, met een speciale functie of die zich bevinden op de meest kritische locaties of in de meest zware gebruiksomstandigheden, jaarlijks te worden gecontroleerd. Deze worden dus buiten de steekproefbepaling gehouden.
Inspectie
Het ministerie van ILenT delegeert haar controles aan de drinkwaterbedrijven. Deze bepalen zelf hun controlefrequentie, maar hanteren de inspectierichtlijn hiervoor als uitgangspunt. Volgens Waterwerkblad 1.4G artikel 16 ziet VROM-Inspectie en/of het waterleidingbedrijf erop toe of u uw keerkleppen controleert indien u beheerspakket A moet uitvoeren.